In het Belastingplan 2025 zit een groot aantal fiscale maatregelen opgenomen die ondernemers direct raken. Het aantal wijzigingen is voor ondernemers echter minder groot dan voorgaande jaren.
In samenwerking met Marree & Van Uunen Belastingadviseurs heeft NOAB deze notitie opgesteld, waarin de belangrijkste maatregelen voor u als IB-ondernemer aan de orde komen. Let wel, het zijn alleen zaken die specifiek over ondernemers in de inkomstenbelastingsfeer gaan. Los van deze maatregelen zijn er nog veel meer fiscale wijzigingen aangekondigd. Daarnaast zijn er vorig jaar ook al maatregelen aangekondigd, die met ingang van 2025 (of zelfs nog later) in werking treden.
Hierbij geldt een groot voorbehoud: deze notitie is geschreven op basis van de inhoud van het Pakket Belastingplan 2025, zoals dat op 17 september 2024 bekend is gemaakt. Het kan zijn dat de definitieve uitwerking van de plannen in de uiteindelijke wetgeving nog anders wordt.
De zelfstandigenaftrek (ZA) is een aftrekpost voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium, dat wil zeggen als hoofdregel minstens 1225 uur per jaar in hun onderneming werkzaam zijn.
Eerder was al aangekondigd dat de zelfstandigenaftrek versneld wordt afgebouwd. Dit jaar (2024) werd de zelfstandigenaftrek nog € 3.750, volgend jaar wordt hij volgens plan € 2.470 en wordt verder afgebouwd tot € 900 in 2027. De startersaftrek blijft wel de huidige € 2.123.
In een tabel:
Jaar | Aftrek |
2024 | € 3.750 |
2025 | € 2.470 |
2026 | € 1.200 |
v.a. 2027 | € 900 |
Wat betekent dat concreet voor u:
De mkb-winstvrijstelling is een vrijstelling die alle IB-ondernemers krijgen, ongeacht of ze voldoen aan het urencriterium of niet. De aftrek bedroeg tot en met 2023 nog 14% van de winst, maar was in 2024 al teruggebracht naar 13,31% van de winst. De vrijstelling wordt vanaf 2025 verder teruggebracht naar 12,7%.
Dat betekent dat de belastingheffing over uw winst uit onderneming effectief stijgt.
Het inkomstenbelastingtarief in box 1, waarin uw winst uit onderneming wordt belast, wordt anders. Tot en met 2024 kende box 1 twee belastingschijven, vanaf 2025 wordt het er drie. De lage box 1-schijf uit 2024 is gesplitst over twee schijven. De nieuwe eerste schijf is wat lager dan de oude eerste schijf, de nieuwe tweede schijf is wat hoger dan de oude eerste schijf.
Het effect is dat lagere inkomens wat minder inkomstenbelasting gaan betalen en hogere inkomens wat meer.
De tarieven bedragen over 2025 als volgt:
Box 1-inkomen | ||
van | tot | IB/PH |
- | € 38.441 | 35,82% |
€ 38.442 | € 76.816 | 37,48% |
€ 76.817 | - | 49,50% |
Voor IB-ondernemers stijgt het effectieve belastingtarief echter wel, omdat de mkb-winstvrijstelling lager wordt. Daardoor wordt meer winst belast.
Ook de algemene heffingskorting wordt voor iedereen verlaagd. Die bedraagt over 2024 nog maximaal € 3.362, in 2025 nog maximaal € 3,068. De arbeidskorting waar onder andere ook u als IB-ondernemers recht op heeft, blijft nagenoeg gelijk.
Wat betekent dat concreet voor u:
Als we rekening houden met de 12,7% mkb-winstvrijstelling luiden de effectieve box 1-tarieven over uw winst uit onderneming:
Box 1-inkomen IB | IB/PH | |
van | tot | |
- | € 38.441 | 31,06% |
€ 38.442 | € 76.816 | 33,72% |
€ 76.816 | - | 44,74% |
Maar nog steeds zijn dit de ‘kale’ inkomstenbelastingtarieven. Hierbij is geen rekening gehouden met bijvoorbeeld de arbeidskorting (AK), algemene heffingskorting (AHK) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW).
Op 29 november 2016 had het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden al geoordeeld dat als een huurrecht van een woning wordt gerekend tot het ondernemingsvermogen, de kosten van een niet-zelfstandige werkkamer niet aftrekbaar zijn als huurderslasten. Denk daarbij aan inrichtingskosten (meubilair, stoffering, behang, e.d.) en kosten van gas, water en elektriciteit.
Dat wordt nu uitdrukkelijk in de wet opgenomen. Daardoor wordt het voor ondernemers die een woning huren definitief niet mogelijk om nog huisvestingskosten ten laste van hun winst te brengen.
Een aantal ondernemers stelt als werkgever een bestelauto van de zaak ter beschikking aan twee of meer werknemers, die de auto afwisselend gebruiken. Dan geldt onder voorwaarden al vanaf 2006 zogenoemde € 300-regeling. Daarbij mag een werkgever de bijtelling wegens privégebruik van de bestelauto aanwijzen als eindheffingsloon.
De hoogte van dat bedrag van € 300 wordt nu voor eerst sinds 2006 i.v.m. inflatie m.i.v. 01 januari aanstaande aangepast naar € 438.
U kunt als IB-ondernemer onder voorwaarden uw onderneming fiscaal erg gunstig overdragen aan iemand anders, bijvoorbeeld uw kind. Als dan sprake is van een schenking, is niet of nauwelijks schenkbelasting verschuldigd op grond van de zogenoemde BedrijfsOpvolgingsRegeling (BOR).
De BOR is al jarenlang voorwerp van discussie, dus ook van wijziging. Elk jaar verandert er wel weer iets. Ook per 1 januari aanstaande gaat weer een aantal zaken veranderen. Die veranderingen zijn soms erg gunstig, maar soms ook nadelig ten opzichte van de huidige regeling in 2024. Het is dus belangrijk om goed na te denken over een bedrijfsopvolging, en dan vooral over de planning daarvan. Dat speelt overigens alleen als u uw IB-onderneming tegen een zacht prijsje overdraagt aan met name uw kinderen, of in het geheel wil schenken. Het speelt niet zozeer als u uw onderneming of de aandelen in uw eigen bv onder zakelijke voorwaarden wilt verkopen.
Als dit aan de orde is, kunt het beste eerst een afspraak met uw NOAB-adviseur maken. De wijzigingen zijn namelijk best wel ingewikkeld. Maar hoe luidt een opsomming van de meest belangrijke aangekondigde wijzigingen voor IB-ondernemers:
Het is erg belangrijk dat u tijdig een mogelijk voornemen om uw onderneming over te dragen bij uw NOAB-adviseur aankaart. Het kan namelijk een aantal jaren duren, voordat uw onderneming helemaal geschikt is voor de BOR.
De zogenoemde Kleine Ondernemers Regeling (KOR) in de omzetbelasting wijzigt vanaf 1 januari 2025.
Zo vervalt de verplichte deelname van minimaal 3 jaar. Een ondernemer mag zich voortaan op elk willekeurig moment afmelden. Daarnaast geldt nu na afmelding een wachttijd van 3 jaar, wil iemand weer aan de KOR meedoen. Die uitsluitingsperiode wordt beperkt tot de rest van het kalenderjaar met het volle daarop volgende kalenderjaar.
Aan- en afmelden kan vanaf 1 oktober 2024 overigens via “Mijn Belastingdienst Zakelijk”.
De KOR eindigt sowieso voor buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting voor de btw in Nederland.
Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat er een EU-KOR komt. Tot 01 januari 2025 kunnen ondernemers die zijn gevestigd in Nederland alleen in Nederland de KOR toepassen. Met de EU-KOR kan men vanaf 2025 ook btw-vrijstelling krijgen voor één of meer EU-landen waar men zakendoet.
Is men bijvoorbeeld KOR-deelnemer in Frankrijk, België en Italië, dan krijgt men btw-vrijstelling in deze drie landen. Maar men kan er ook voor kiezen om alleen in bijv. België aan EU-KOR mee te doen. Dan krijgt hij alleen in België btw-vrijstelling.
Voor de EU-KOR moet men wel aan extra voorwaarden voldoen:
De gevolgen van EU-KOR zijn als volgt:
Behalve bovenstaande maatregelen gaat nog een aantal fiscale zaken veranderen, die voor u als dga belangrijk kunnen zijn.
Deze notitie geeft de belangrijkste wijzigingen weer die op Prinsjesdag 2023 bekend zijn gemaakt. En dan speciaal voor u, als IB-ondernemer.
Maar het zijn algemene regels. Het spreekt voor zich dat uw NOAB-adviseur graag met u wilt bespreken wat dit nu precies in uw situatie voor gevolgen met zich meebrengt.