• Transportlaan 121, 6163CX Geleen
  • 046 475 719 3
22 november 2024   2min. te lezen

TOELICHTING BELASTINGDIENST OP CONTROLE (SCHIJN)ZELFSTANDIGHEID ZZP’ERS

Terug

De aangekondigde handhaving van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) per 1 januari 2025, en bijbehorende controle op zzp-constructies door de Belastingdienst, zorgt al enige tijd voor onrust bij zzp’ers en hun opdrachtgevers. Om duidelijkheid te scheppen, heeft de Belastingdienst een “Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties – Beslis- en afwegingskader” gepubliceerd.

DRIE CRITERIA: GEZAG, ARBEID EN LOON

De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verplicht om voor zekere tijd voor de andere partij, de werkgever, te werken, in ruil voor loon. Op grond van deze definitie werkt de werknemer in dienst van de werkgever. Dit noemen we ook wel de gezagsverhouding. Naast de gezagsverhouding zijn er nog twee criteria: de werknemer heeft zich verplicht de arbeid te verrichten; de werkgever heeft zich verplicht de arbeid te belonen.

DUUR VAN DE ARBEIDSRELATIE EN INBEDDING

Om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, is meer nodig dan alleen het vaststellen van gezag, arbeid en loon.
De Hoge Raad is van oordeel dat bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst alle feiten en omstandigheden van belang zijn. De hoogste rechter heeft een aantal handvatten geformuleerd in het Deliveroo-arrest. De Belastingdienst sluit hierop aan bij de formulering van het kader waarmee ze vanaf 1 januari 2025 arbeidsrelaties gaat beoordelen, waaronder de duur van de arbeidsrelatie en het begrip “inbedding”:

  1. Over het algemeen geldt hoe langer de duur van de arbeidsrelatie, hoe meer dat wijst op een arbeidsovereenkomst.
  2. Wanneer de werkzaamheden eenvoudig van aard zijn, kan dat wijzen op een arbeidsovereenkomst.
  3. Hoe vrijer de opdrachtnemer is zelf de werkwijze, de werktijden en de locatie van de werkzaamheden te bepalen, hoe eerder er sprake is van werken als zzp’er. Dat de opdrachtnemer op een bepaalde locatie of op een bepaald tijdstip moet werken vanwege de aard van het werk, wijst niet automatisch op een arbeidsovereenkomst. Als voorbeeld noemt de Belastingdienst werken op een bouwplaats.
  4. De inbedding: de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever.
    Het gaat hierbij om de vraag in hoeverre de verhouding tussen de zzp’er en opdrachtgever vergelijkbaar is met die van personeel dat in dienst is bij de opdrachtgever. Er kan eerder sprake zijn van een arbeidsovereenkomst als het werk een wezenlijk  onderdeel vormt van de bedrijfsvoering van de opdrachtgever.
  5. De vraag of er wel of geen verplichting is om het werk persoonlijk uit te voeren speelde in het Deliveroo-arrest een belangrijke rol. De rechter is van oordeel dat er, óók als je je als zzp’er wél mag laten vervangen, sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst. Hetzelfde geldt voor de vrijheid om een opdracht wel of niet te aanvaarden. Ook dan kan toch sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
  6. De hoogte van de beloning: hoe hoger de beloning van de opdrachtnemer ten opzichte van de beloning van vergelijkbaar personeel in loondienst, hoe meer dat wijst op werken als zzp’er.
  7. Gedraag je je als ondernemer, dan wijst dit op werken als zzp’er.
Deel bericht